Er is een duidelijk verschil tussen sportgrasmatten en grasvelden in een wijk of park. Hoewel het allebei een vlakte met gras is, zijn ze toch heel verschillend. Bij de aanleg en onderhoud van een sportgrasmat staat de functie als “sportvloer” centraal. Er wordt meer tijd en geld ingestoken dan bij een buurtgrasveld. Voor wat betreft de aanleg lijken wadi’s op sportgrasmatten, maar het onderhoud lijkt meer op een buurtgrasveld.

Noodzakelijk onderhoud van een wadi
Sportgrasmatten moeten aan veel hoge eisen voldoen en daar is het onderhoud ook op gericht: ze worden zorgvuldig gemaaid en bijgezaaid, uitgebreid gesproeid als het te droog is en na hevige neerslag door drainage ontwaterd. Toch worden sportgrasmatten, in verhouding tot alle moeite en geld dat het onderhoud kost, relatief weinig gebruikt: een aantal trainingen per week en twee dagen wedstrijden, buiten de lange zomer- en winterstop om. Maar ja, als het veld gebruikt wordt moet het er ook tiptop bijliggen. Een buurtgrasveld wordt vaak dagelijks gebruikt, maar minder intensief. De eisen die we aan zo’n buurtgrasveld stellen zijn veel minder hoog. Een beetje hobbelig, geen strakke grasmat of een beetje nat mag. Een sportveld en een grasveld ogen gelijk, maar onder de grond en op het gebied van onderhoud zijn ze juist heel verschillend.

Topsportvelden
Een wadi wordt nog regelmatig behandeld als het buurtgrasveld. Doen we daarmee de wadi niet veel te kort? Wadi’s zijn eigenlijk ook topsportvelden. Er moet het hele jaar door op gelopen en gespeeld kunnen worden en ze moeten water kunnen bergen en in de bodem infiltreren. Daarvoor is een gezonde vegetatie van belang, want die houdt de bodem open voor infiltratie. Soms is er onder de wadi een drainagesysteem aanwezig die moet zorgen voor de afvoer van overtollig grondwater. De overlopen (de zogenaamde slokop’s) regelen dat er niet teveel water in de wadi staat. Dat moeten ze allemaal kunnen met vaak niet meer dan een aantal regelmatige maaibeurten in het groeiseizoen en af en toe wat zwerfvuil verwijderen.

Richtlijnen voor beheer en onderhoud wadi’s
Stichting Rioned heeft in 2006 de Leidraadmodule C3200 uitgebracht met daarin uitgebreid aandacht voor het beheer en onderhoud van infiltratievoorzieningen, waaronder wadi’s. Tegenwoordig zijn deze richtlijnen opgenomen in de online Kennisbank van Rioned. Begin 2021 komt er een vernieuwde versie van deze richtlijnen uit.

Vier aspecten van onderhoud
Het onderhoud van een wadi kent vier aspecten:

  1. Preventief onderhoud zoals grasmaaien, het reinigen van de slokop’s, het vegen van de straat en de aanvoergoten van het regenwater, maar ook de eventueel aanwezige drain(s) doorspuiten.
  2. Regelmatige visuele inspecties waarmee de toestand van de wadi in de gaten wordt gehouden. Hierdoor is eventueel bijstelling van het preventief onderhoud mogelijk. Ook kan blijken dat direct moet worden ingegrepen door correctief onderhoud uit te voeren.
  3. Correctief onderhoud, bijvoorbeeld het herstellen van beschadigingen aan de grasmat, het verwijderen van vuil of slib of een niet goed functionerende slokop herstellen.
  4. Monitoren van het functioneren van de wadi. Niet alle aspecten zijn bij een visuele inspectie waarneembaar, zoals de doorlatendheid van de bodem en de bodem- en grondwaterkwaliteit. Hiervoor is het nodig om met enige regelmaat nader onderzoek uit te voeren.

Met name het preventieve onderhoud wordt vaak als het enige onderhoud gezien. Er vinden in de praktijk weinig structurele visuele inspecties, correctief onderhoud en monitoring plaats. Daardoor is er geen goed zicht op wat werkelijk nodig is voor een goed werkende wadi. Terwijl het een gegeven is dat de bovenlaag van de wadibodem op een gegeven moment verzadigd raakt met verontreinigingen. Deze bodem is tenslotte als filter ontworpen. De Kennisbank van Rioned geeft aan dat er eens per vijf jaar een monster moet worden genomen van bodem, grond- en drainagewater. Zo wordt nagegaan in hoeverre verontreinigingen zich verspreiden of juist vastgehouden worden. Afhankelijk van de resultaten kan deze frequentie van bemonstering dan worden aangepast.

Praktijkmetingen wadibodems
Onlangs is er bij enkele tientallen wadi’s in Nederland onderzoek gedaan naar de verontreinigingen in de wadibodem. Daaronder zaten voorzieningen die er al 10 tot 20 jaar lagen, maar ook wadi’s die pas een paar jaar geleden zijn aangelegd. Het onderzoek is uitgevoerd met een handheld XRF (X-ray Fluoresence)-meter. Deze meet ondermeer zware metalen door het uitzenden van röntgenstraling. Zo kan – veel sneller dan op de traditionele manier van monstername en laboratoriumanalyses – inzicht worden verkregen in de aanwezige zware metalen in de wadibodem.

Bij een aantal wadi’s zijn lokaal (ernstige) verontreinigingen met zware metalen aangetroffen. Dat betekent dat daar direct of op termijn iets moet gebeuren. Maar dit betekent ook dat de wadibodems uitstekend blijken te functioneren als filters en dat ze voorkomen dat deze verontreinigingen verder in de bodem of het grondwater terechtkomen. De eerste resultaten wijzen erop dat de omvang van deze verontreinigingen lijken mee te vallen. Het is dus noodzakelijk om af en toe de bodem en het grondwater te bemonsteren om te zien hoe de situatie ervoor staat.

Wadi’s zijn waardevolle onderdelen van het stedelijk watersysteem en hebben het regelmatig zwaar te verduren onder de weers- en gebruiksomstandigheden. Ze moeten vaak topprestaties leveren onder niet altijd even gunstige condities. Ze verdienen daarom meer aandacht bij het beheer en onderhoud dan dat ze nu vaak krijgen. Dat is een goede zaak voor de wadi, maar ook voor de leefomgeving. Wordt het tijd voor een APK van de wadi?

Heeft u vragen over dit blogartikel? Neem dan contact op met:
Ronald Wentink
T: +31 62 29 48 46 4
ronald.wentink@syntraal.com
LinkedIn